Gisteren mocht ik een soort van vertrouwde vanzelfsprekendheid ervaren die ik niet eerder bij mijzelf had waargenomen. Als consultant, verbonden aan een opdracht voor het Rijk rond het thema water, had ik het bedacht dat het tijd was voor antwoord op de vraag: kan internationaal beleid t.a.v. water iets hebben aan een systemische benadering?
Een verbindingen tussen twee werkvelden: mijn waterachtergrond en omgeving en mijn fascinatie voor systemisch werk, bij elkaar in één zaal. Niet twijfelend maar ‘full-monty’. Nieuw voor mij, totaal nieuw voor mijn opdrachtgever. Met zwaar geschut aan beide kanten. Diverse ministeries, grote NGO. En Jan Jacob Stam van het Bert Hellinger Instituut Nederland om de opstelling te begeleiden.
De complexiteit van onze wateropgave, mondiale problematiek, multinationals, het theoretische raamwerk van systemische principes. Ze waren er allemaal. En binnen die setting voelde ik mij waarachtig meer op mijn gemak dan ooit tevoren. Dicht tegen Jan Jacob’s team, kijkend naar mijn werkveld van herkomst, voelde ik waar ik nu stond. Maar ook grote vertrouwdheid en respect voor de onaflaatbare inzet die de watersector kenmerkt.
De opstelling ontvouwde zich rond wat in het vak de value-action-gap heet, het verschil tussen iets wat we belangrijk vinden en de echte actie die erop zou moeten volgen. Het gat tussen wat we zeggen te doen, en wat we werkelijk doen. Hier specifiek binnen multinationals.
Het leverde ontluisterende inzichten op. Over hoe het groot-bedrijfsleven acteert uit lijfsbehoud; hoe waarden kunnen versluieren; hoe vooruitgang en winst gebaseerd zijn op het verraden van zij die afhankelijk zijn, van de consument die niet beter wil weten, die de omvang van de impact niet aan kan.
Over hoe wij als Nederland drager zin van de vlag van de godin van de handel, van global trade. Hoe kolonialisme nog steeds een niet te stuiten levenskracht herbergt, met in de slipstream allen die ergens de prijs betalen van alles wat wij consumeren. En hoe sterk dat thema aan ons kleeft, aan Nederland kleeft.
Hoe waarden verschillen, en hoe het zoeken naar gedeelde waarden juist tot verdeeldheid leidt. Hoe we (ver)oordelen, en hoe weinig we erkennen. Over wat er nodig is om een nieuwe richting te vinden. Over hoe groot het hart, de containment, moet zijn om dit alles te omvatten, zonder oordeel ….
Het was prachtig.
Ik hou veel van deze maatschappelijke opstellingen. Waar grote velden van ruimte en tijd samenkomen. Ik houd ervan te zien hoe deelnemers, zonder enige bewuste systemische kennis, hun ervaringen in opstellingen kraakhelder weten de benoemen. Hoe abstractie en essentie zich vermengen.
Ik hou ervan te zien hoe groot het vertrouwen kan zijn. Hoe deelnemers zich als mens openen; hoe in een groep ongemerkt een vorm van respect en mildheid zijn intreden doet. Hoe gezamenlijk beleven zo enorm veel meer impact heeft dan alleen iets bediscussiëren. De wauw-factor van ervaren.
Dit was er zo één die lang nawerkt. Die niet een oplossing brengt maar wel het handelen en denken van mensen kleurt; die nieuw perspectief brengt, nieuw inzicht, en oude inzichten weer ophaalt. Inhoudelijk, maar ook op een diepere laag.
En boven alles, wat is het fascinerend te zien dat iets wat ik een paar jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden zo soepel zijn weg vindt.